Als we president Donald J. Trump mogen geloven dan was de VS eens groots. Daarmee doelt hij waarschijnlijk op de economische voorspoed van de jaren ’50 en ’60. Destijds lagen de goede banen in de industrie voor het oprapen. Economen hebben berekend en inzichtelijk gemaakt dat in de dagen van weleer de koopkracht groter was. Waar tegenwoordig in een modaal gezin in de regel beide partners werken en desalniettemin nauwelijks de eindjes aan elkaar kunnen knopen, werkte in de decennia na de Tweede Wereldoorlog doorgaans slechts meneer en maakte mevrouw zichzelf nuttig als huisvrouw. Toch had zo’n modaal eenverdienershuishouden meer te besteden dan tweeverdienershuishoudens heden ten dage.
Door luidkeels te beloven een renaissance te inaugureren van die gouden tijd van modaal Amerika wist de Donald veel stemmers aan zich te binden. Opmerkelijk is dat gedurende de tijd dat de beurs van modaal Amerika steeds smaller werd, bemiddeld Amerika juist extreem bemiddeld is geworden. En het eerste heeft veel te maken met het tweede. Wat niet wegneemt dat de POTUS evenzo staat voor de belangen van de zeer vermogenden. Niet voor niets heeft hij de belasting voor hen verlaagd…
In 1972 maakte president Nixon de grote deal met China. Dat werd indertijd beschouwd als een grote geopolitieke en economische overwinning van de Anglo-Amerikaanse speculantenoligarchie. Want communistisch China was uit het kamp van aartsvijand de Sovjet-Unie getrokken. Bovendien konden de Amerikaanse multinationals hun productie voortaan massaal out gaan sourcen naar lagelonenland China. Dit was zeer gunstig voor de aandeelhouders van die bedrijven, aangezien betreffende bedrijven hun winsten fors zagen toenemen dankzij de geringe loonkosten te China. Het was niet noodzakelijkwijs voordelig voor modaal Amerika, omdat veel goed betaalde banen in de industrie verdwenen.
Tegenwoordig wordt door menigeen de deal die Nixon sloot in 1972 wel gezien als de grootste geopolitieke blunder van de 20e eeuw aangezien de deal in kwestie beschouwd wordt als het genesis van de wederopstanding van China. In eerste instantie leek het alsof China ordinair koloniaal werd geëxploiteerd, maar China’s vermogen om zichzelf economisch te hervormen werd zwaar onderschat te Washington DC en Wall Street. China begon met het produceren voor Westerse bedrijven, stak daar het nodige van op en begon in de loop der tijd zelf steeds hoogwaardigere producten te maken en verkopen op de wereldmarkt. Zodanig succesvol dat China uitgegroeid is tot een economische wereldmacht en daarmee grote concurrent van de VS.
Nu denkt president Trump de banen die modaal Amerika verloren heeft vanaf de jaren ’70 terug te kunnen halen door het opleggen van torenhoge tarieven. Praktisch alle economen hebben daar een hard hoofd in. Ten eerste, veel werk dat vijftig jaar geleden werd gedaan door mensen is tegenwoordig geautomatiseerd, dus ook al komen de fabrieken terug, wil dat natuurlijk niet zeggen dat hetzelfde aantal banen terugkomt. Daarnaast, als de banen terugkomen moet er geschoold personeel zijn die de moderne machines kunnen bedienen. Daar heeft Trump evident niet over nagedacht, want hij heeft onlangs het ministerie van onderwijs opgedoekt. Bovendien is made in America anno 2025 een relatief begrip aangezien onderdelen van producten met toegevoegde waarde tegenwoordig over de ganse wereld worden vervaardigd. Dat gaat inhouden dat de Amerikaanse consument ook extreem veel gaat moeten aftikken voor made in America producten, vanwege de hoge tarieven op alle onderdelen die geïmporteerd moeten worden. De inflatie gaat dus nog veel erger worden. Een hachelijke zaak, aangezien het niet kunnen beteugelen van de inflatie de val inluidde van het democratische presidentschap van Biden/Harris.
Het is sowieso de vraag of de investeerders terug zullen komen. Ongetwijfeld zullen er een paar kunnen worden verwelkomd, doch de volksverhuizing die de POTUS modaal Amerika heeft beloofd lijkt niet waarschijnlijk. De productie naar een ander land verhuizen is namelijk een enorm kostbare investering, dus verhuis je als verstandige ondernemer niet zo maar naar een politiek instabiel land als de VS. Over drie jaar kunnen de Democraten aan de macht zijn, met kans dat de klok compleet wordt teruggedraaid. Of sterker nog, Trump himself kan van het ene op het andere moment zo maar zijn beleid veranderen. Zoals van de week ook gebeurd is: eerst de wereld op z’n kop zetten door torenhoge tarieven op te leggen aan de halve wereld, om de meeste van ze een week later (voorlopig) weer terug te draaien. Met zo’n wispelturige president aan het roer weten investeerders niet waar ze aantoe zijn, dus met andere woorden, Trump’s beleid jaagt waarschijnlijk investeerders eerder weg dan dat ze aangetrokken worden.
Het is tevens de vraag in hoeverre de VS China economisch kan ringeloren. Het beeld is dat China compleet afhankelijk is van export naar de VS. Maar dat is niet meer zo. Ondertussen heeft China haar economie gediversifieerd. China heeft verschillende andere markten aangeboord. In 2024 was 2,84% van China’s BNP te danken aan de export naar de VS. Dat gaat nog altijd om veel geld, maar het is niet een onoverkomelijk obstakel. In tegenstelling tot een land als Vietnam, die de rol van China als lagelonenland voor de VS inmiddels heeft overgenomen: 23,03% van Vietnam’s BNP is gerelateerd aan export naar de VS. Vandaar ook dat Vietnam onmiddellijk op de knieën ging nadat Trump het land een tarief van 46% op had gelegd. Doch de tijd zal leren of Trump the art of the deal daadwerkelijk verstaat of die schone kunst compleet ontgaat.
DJEHUTI-ANKH-KHERU