Op eerste kerstdag werd als donderslag bij heldere hemel wereldkundig gemaakt dat Desi Delano Bouterse het tijdige voor het eeuwige heeft ingeruild. De man werd een jaar geleden (20 december 2023) door de Surinaamse rechter veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Echter, merkwaardig genoemd werd niet tevens onmiddellijke gevangenneming geëist. Zodoende kon de man met succes de benen nemen. Vervolgens gingen de wildste verhalen de ronde doen over diens verblijfplaats. Dat zoiets kon gebeuren was te verwachten. De vraag is dan ook, hoe kon het Surinaamse justitiële apparaat dit kunnen laten geschieden? Want ook al had de magistratuur geen gevangenneming geëist, op zijn minst hadden undercoveragenten op pad kunnen zijn getuurd om zijn handel en wandel gedurende en na het proces nauwlettend in de smiezen te houden.
Bijna zou men gaan denken dat de mensen die in Suriname momenteel aan de touwtjes trekken gedoogd hebben dat D.D. Bouterse de wijk heeft genomen. Want in hoeverre werd een Bouterse achter de tralies als gewenst beschouwd? Gezien de populariteit van de man onder bepaalde delen van de bevolking zou de lik wel eens uit kunnen groeien tot een bedevaartsoord. Daarnaast zou het tot grote sociale onrust kunnen leiden in het land mocht een vijand van Bouta hem iets aan doen. Daarom valt niet uit te sluiten dat de Surinaamse autoriteiten een oogje dicht knepen toen hij met de noorderzon vertrok. Daarmee werd namelijk mogelijke sociale onrust voorkomen, desalniettemin kon dan in Den Haag nog steeds een wit voetje gehaald worden met het gegeven dat Bouterse veroordeeld was. Zeg maar een win-win situatie…
De wieg van Desi Delano Bouterse stond in Domburg, district Wanica. Maar als kleuter verhuisde hij naar Paramaribo alwaar hij werd opgevoed door zijn tante. Na de lagere school ging hij naar kostschool St. Jozef, dat gerund werd door hele strenge Tilburgse fraters. Op betreffend internaat blonk hij uit in sport. Zo speelde hij basketbal bij de Trainers, waarmee hij kampioen werd en promoveerde naar de eredivisie. Maar hij mocht van de fraters niet in de eredivisie spelen omdat zij meenden dat dat ten koste zou gaan van zijn huiswerk.
In 1968 emigreerde hij naar Nederland en werd beroepsmilitair. Na zijn opleiding werd hij in 1971 als sergeant naar kazerne Havelte gestuurd en ging in het naburige Steenwijk wonen. Hij werd lid van de plaatselijke atletiekvereniging. Tevens ging hij basketballen voor Alcides te Meppel. Als sportman pur sang had Bouterse de gewoonte om de 9 kilometer van de kazerne naar zijn huis hard te lopen. Zowel bij de atletiekvereniging als bij Alcides blonk hij uit. Volgens de mensen die hem kenden was hij een modelsoldaat, zijn tenue was altijd tot in de puntjes verzorgd en alle speltjes die je maar kon halen prijkten op zijn jas, zoals parachutespringen. Bij Alcides groeide hij onmiddellijk uit tot de sterspeler, wat leidde tot promotie naar een hogere divisie. Helaas voor Alcides werd Bouterse in 1972 overgeplaatst naar kazerne Seedorf in West-Duitsland. Zonder sterspeler Bouterse had Alcides echter niets te zoeken in die hogere divisie, waardoor het prompt weer degradeerde. In 1973 ging Bouta een cursus voor sportinstructeur volgen, waar Hans Westerhof (de latere hoofdcoach van o.a. Groningen, PSV en Ajax) zijn klassenleraar was. Na voltooiing ging hij aan de slag als sportinstructeur aan de Koninklijke Militaire School. Daarnaast verdiende wat bij met de verkoop van pornoboekjes.
Vlak voor de onafhankelijkheid ging Bouterse terug naar Suriname om zijn bijdrage te leveren aan de opbouw van het nationale leger. In 1979 werd Bouterse op verzoek van Roy Horb voorzitter van een juist opgerichte vakbond voor militairen. Dit was controversieel aangezien militairen van de legertop geen vakbond op mochten richten. Op 25 februari 1980 werd onder zijn leiding een coup gepleegd door zestien sergeanten, en de rest is geschiedenis. Bouterse is sindsdien haast synoniem met Suriname. Met als dieptepunt het uit de weg ruim van zestien politieke tegenstanders, waardoor hij eensklaps alle (potentiële) krediet verspilde bij de Nederlandse politiek. Sindsdien is Bouterse ook onophoudelijk gedemoniseerd door de Nederlandse pers en politiek.
Voor het Nederlandse publiek was het daarom onwerkelijk om te bemerken dat Bouterse ondanks de decembermoorden dusdanig populair was in Suriname dat hij liefst tweemaal tot president gekozen kon worden. In de ogen van veel Surinamers pakte hij slechts een corrupte elite aan, waardoor ze relatief onverschillig tegen de gebeurtenissen op 8 december 1982 aankeken. Zeker de jongere generatie die het niet bewust had meegemaakt (al bleek president Bouterse achteraf net zo corrupt als zijn voorgangers). Bouterse stond ook zwaar onder druk, aangezien er reeds meerdere tegencoups gepleegd waren. Op de achtergrond waren de Nederlandse alfabetjongens drukdoende om Desi Delano pootje te lichten. Mede reden voor ex-premier Rutte om het dossier hieromtrent pas in 2060 openbaar te laten maken.
Of Bouterse als leider van Suriname beter of slechter was dan zijn voorgangers en opvolger zijn de meningen verdeeld. Wellicht moet de aantrekkingskracht voor Bouterse in belangrijke mate gerelateerd worden aan zijn succes als individu. Wat men verder ook van hem wil vinden, hij heeft iets gepresteerd wat in (post) koloniaal Suriname schier onmogelijk was: tot de leider van het land opklimmen zonder tot een elitaire familie te behoren en zonder aan de universiteit gestudeerd te hebben. Waarmee hij dus tevens iemand was waarmee mensen uit het volk zich konden identificeren en hoop verschaffen dat ook zij hetzelfde zouden kunnen bereiken.
DJEHUTI-ANKH-KHERU