De tragische carrière van Harry Wills

Harry Wills (15 maart 1889- 21 december 1958), “the Black panther of New Orleans”, was één der beste, zo niet de beste zwaargewicht bokser van zijn tijd. Maar wie kent hem? Het publiek kent Jack Johnson wel als eerste Zwarte man die het tot wereldkampioen wist te schoppen bij de zwaargewichten, en Joe Louis, de persoon die eind jaren ´30 in de boksring afrekende met de übermensch-pretenties van de nazi´s. Doch in het epoque na Johnson en voor Louis maakte Harry Wills furore. Hij kreeg echter nimmer de kans op een titelgevecht.

Jack Johnson schokte in 1908 racistisch wit Amerika door Tommy Burns te verslaan en daarmee de wereldtitel op te eisen. Voor Zwart Amerika was Johnson´s triomf een grote opsteker. Desalniettemin zou Johnson zowel in wit als Zwart Amerika als omstreden figuur te boek komen te staan. Wit Amerika omdat hij opzichtig zijn witte opponenten niet slechts versloeg maar tevens verbaal vernederde en omging met witte vrouwen. Zwart Amerika vond weer dat hij verzuimde zijn nek uit te steken voor de Zwarte zaak. Zo hield Johnson de boycot tegen Zwarte topboksers in stand. Eensgelijk de witte kampioenen van voor Tommy Burns gaf hij Zwarte topboksers geen kans op titelgevechten. Of zoals Joe Jeanette zei: “Jack vergat zijn oude vrienden nadat hij kampioen werd en de kleurlijn tegen zijn eigen mensen trok.” Want boksers als Bob Langford, Joe Jeanette en Sam McVey waren van vergelijkbaar niveau als Jack Johnson, maar tot groot ongenoegen van Zwart Amerika liet Johnson ze links liggen nadat hij de wereldkampioensgordel mocht dragen. Jack Johnson opende dus wel deuren voor zichzelf, maar sloeg vervolgens de deur dicht voor andere Zwarte boksers.

De Zwarte topboksers moesten het doen met de World Colored Heavyweight Championship. In welke titelstrijd dezelfde grote namen elkaar veelvuldig ontmoetten in de ring. Een man die de World Colored Heavyweight Championship meerdere malen opeiste was Harry Wills.

De tijd dat Johnson zijn titel verloor aan Jess Willard in 1915 was tevens de tijd dat Harry Wills in de bloei van zijn kunnen kwam. Het zou natuurlijk zijn geweest dat Wills rond die tijd de titel over had genomen van Johnson. Echter, het mocht niet zo zijn. Wills was liefst zeven jaar lang (!) de eerste uitdager, maar hij kreeg geen titelgevecht. Jack Dempsey werd op 4 juli 1919 wereldkampioen na Jess Willard te hebben verslagen. Dempsey staat te boek als één van de beste boksers ooit, wat niet wegneemt dat er de nodige vraagtekens gezet kunnen worden bij zijn carrière. Zo verdedigde hij zijn titel slechts vijfmaal in vijf jaar tijd en deed dat nota bene nimmer tegen Harry Wills.

Wills versloeg grote (witte) boksers zoals Willie Meehan, een man waar Dempsey meerdere keren niet van kon winnen. Hij rekende eveneens af met Gunboat Smith en Charley Weinart. Maar het management van Dempsey hield een titelgevecht met Wills consequent tegen. Rond 1925 begonnen zelfs sommige witte boksexperts zich openlijk af te vragen waarom Wills geen titelgevecht werd gegund. De staatscommissie van New York weigerde uiteindelijk zelfs om een ander kampioenschapsgevecht voor ’the Manassa Mauler’ goed te keuren dan een gevecht tegen Wills, tot afgrijzen van Dempsey’s promotor Tex Rickard, die duidelijk niet gediend was met een gemengd titelgevecht. Uiteindelijk zou Dempsey zijn licentie in New York opgeven en ervoor kiezen om zijn titel te verdedigen tegen Gene Tunney in Philadelphia.

Rond 1920 was Wills in zijn prime en zou hij volgens de toenmalige experts een goede kans hebben gemaakt om van Dempsey te winnen. Maar na de periode Johnson waren er te veel machtige witte mannen in de bokswereld die nooit meer een Zwarte wereldkampioen in het zwaargewicht wilden aanschouwen. Tex Rickard was van 1910-1929 de machtigste bokspromotor en hij deed de volgende uitspraak: “Als een @&$£* het kampioenschap wint, dan is het kampioenschap geen stuiver waard.” De enige reden dat Wills nimmer een titelgevecht heeft gekregen is zijn huidskeur. Dempsey gaf zelf toe: “Een reden dat ik nooit tegen Wills heb gebokst is dat hij een @&$£* was”. Wills deelde mee dat hem eens $50.000 was geboden om niet tegen Dempsey te boksen. Bokshistorici zijn het erover eens dat Wills het grootste slachtoffer is van de kleurlijn die de bokswereld had getrokken na het kampioenschap van Johnson. Dempsey zijn naam staat nog altijd met gouden letters gegrafeerd in de geschiedenisboeken als behorend tot de grootste boksers ooit, terwijl Wills nu een voetnoot is die bij wijze van spreken slechts bekend is bij historici.

Tussen 1915 en 1925 was Wills één van de beste, zo niet de beste bokser ter wereld. Maar uiteindelijk gingen toch de jaren tellen. Zeker na zijn 35e leek de tank leeg te zijn. Zo verloor hij in 1926 van toekomstig wereldkampioen Jack Sharkley, gevolgd door nog twee nederlagen, waardoor zijn titelkansen sowieso verkeken waren.

Jack Dempsey werd door een deel van het publiek veracht omdat hij de dienstplicht had ontdoken, waardoor hij niet in de Eerste Wereldoorlog hoefde te vechten. Een journalist merkte op dat Dempsey niet bekend zou moeten staan als dienstplichtontduiker, maar ‘Afrikaan ontduiker’, omdat hij altijd gedoken heeft voor Wills. Ten slotte, er valt ook wel een positieve noot te kraken over Harry Wills’ levensloop. In tegenstelling tot velen van zijn collegaboksers investeerde hij zijn verdiende geld na zijn carrière wijs en werd zeer succesvol in de vastgoedhandel.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , , , , . Bookmark de permalink.