Burgeroorlog in Soedan

Op 30 juni 1989 werd de democratisch gekozen regering van premier Sadiq al-Mahdi omver geworpen door generaal Omar al-Bashir. De beweegredenen voor het handelen van al-Bashir en zijn metgezellen zijn complex. Doch het korte antwoord is dat deze militaire coup plaatsvond omdat de militairen ontstemd waren omdat al-Mahdi onderhandelingen was begonnen met de opstandelingen in het zuiden. Maar er was eveneens sprake van dat premier al-Mahdi leiding gaf aan een instabiele coalitie van politieke partijen en Soedan lijdde onder een economische crisis.

Eveneens tijdens de regeerperiode van al-Bashir werd Soedan van de ene in de andere crisis gestort. Zo waren er oorlogen in het zuidelijk deel van het land en in de westelijke regio Darfoer. Met name de situatie in Darfoer liep erg uit de hand. Niet slechts het officiële Soedanese leger vocht, doch evenzo Arabische milities van de uit Tsjaad afkomstige Janjaweed. In 2013 werd uit de Janjaweed de RSF (Rapid Support Forces) gevormd, olv Hemidti (Mohamed Hamdan Dagalo) om tegen de opstandelingen in Darfoer, Zuid-Kordofan en de Blauwe Nijl te vechten.

Ondertussen achtte de internationale gemeenschap al-Bashir schuldig aan genocide, zodoende werd hij in 2009 aangeklaagd door het Internationaal Gerechtshof. Wel kwam er in 2014 uiteindelijk vrede met Zuid-Soedan. Of anders geformuleerd, Zuid-Soedan werd na een referendum door Khartoem erkend als een onafhankelijk land.

Dit hield wel in dat Soedan op zoek moest naar nieuwe inkomstenbronnen, aangezien het land door de afscheiding van Zuid-Soedan de meesten van haar olievoorraden kwijt was aangezien het zuiden van Soedan het olierijkste gedeelte was. Aldus sloot al-Bashir een deal met Saoedi-Arabië, de leider van een coalitie van landen dat oorlog voerde in Jemen: Soedan leverde duizenden (kind)soldaten om de Houthi´s in Jemen te bestrijden en in ruil daarvoor kreeg Soedan miljarden dollars toebedeeld uit het Arabisch schiereiland plus miljarden aan investeringen. Maar toen het tot de Soedanese bevolking doordrong dat Soedanese militairen al het vuile werk opknapten en er foto´s begonnen te circuleren van afgeslachte Soedanese soldaten daalde de populariteit van de oorlog dramatisch in Soedan. Omgekeerd, de investeringen vanuit het Arabisch schiereiland begonnen in strijd met de afspraken steeds meer af te nemen.

De impopulariteit van de oorlog in Jemen in eigen land deed al-Bashir twijfelen of hij er wel mee door moest gaan. Die twijfel uitte zich door aan te papen met de vijanden van Saoedi-Arabië, zoals Turkije, Qatar en Syrië. Anderzijds werd de oorlog in Saoedi-Arabië gezien als een welkome bron van inkomsten: de legertop en het middenkader wilden er daarom niet mee stoppen. Los van dat, Soedan was in een ernstige economische crisis geraakt, waardoor het volk massaal ging protesteren. De legertop zag deze ontwikkeling met lede ogen aan, zij wisten dat massale onophoudelijke protesten in andere landen regeringen omver hadden geworpen. Daarom greep het leger in voordat het zover kon komen en zetten al-Bashir daarom zelf maar af op 11 april 2019. Uiteindelijk werd generaal Abdel Fattah Abdelrahman al-Burhan de nieuwe leider van het land. Vooral omdat hij een relatief rein geweten zou hebben.

Hemidti werd na al-Burhan tweede in rang (Hemidti =´mijn bescherming´, ironisch genoeg heeft Dagalo die bijnaam te danken aan de mede door hem afgezette president al-Bashir). Opmerkelijk is dat Hemidti in mei 2019 een bezoek bracht aan Saoedi-Arabië alwaar hij aan kroonprins Mohammed bin Salman verzekerde dat Soedan in de oorlog tegen de Houthi´s en Iran pal achter Saoedi-Arabië staat. Op 3 juni 2019 maakte Hemidti zijn reputatie als slager wederom waar door zijn RSF honderd demonstranten te laten doden.

In de loop der tijd begon onenigheid over de status van de RSF uit te groeien tot een groot conflict. De vraag was of en in hoeverre de RSF geïntegreerd diende te worden in het reguliere Soedanese leger. Fattah al-Burhan vond dat dit spoedig diende te geschieden, terwijl Hemidti liever een integratie op de lange termijn zag, Tevens was er onenigheid over de toekomstige hiërarchie in het leger en over de autoriteit over bepaalde sectoren van de Soedanese economie.

Hemidti en al-Burhan kwamen er dus aan de onderhandelingstafel niet uit met als gevolg dat Hemidti op 15 april 2023 over heel Soedan verspreid militaire bases van het Soedanese leger aan begon te vallen. Aldus is de bevolking van Soedan opnieuw slachtoffer van een burgeroorlog. Volgens het Soedanese leger (SAF) wordt de RSF gesteund door de Wagner Groep, de Verenigde Arabische Emiraten, Ethiopië en de Libische krijgsheer Khalifa Haftar. Terwijl de SAF weer in de rug geduwd zou worden door Egypte.

Hemidti is een monster dat mede gecreëerd is door zowel al-Bashir als al-Burhan. President al-Bashir dacht dat als hij de SAF en de RSF gescheiden van elkaar hield geen van beiden genoeg macht had om hem aan de kant te schuiven. Daar zat wellicht een kern van waarheid in, maar die realiteit veranderde toen het volk onophoudelijk bleef protesteren waardoor beide gewapende machten toch tot elkaar wisten te komen om al-Bashir pootje te lichten. Vervolgens maakt al-Burhan een vergelijkbare inschattingsfout, want hij gunde Hemidti na de coup van 11 april 2019 allerlei gewichtige posities en privileges, waardoor Hemidti in staat werd gesteld om zich in het buitenland als staatsman te presenteren en binnen eigen land een burgeroorlog aan te vangen. Waaruit eens te meer bleek dat een verschuiving van het politieke landschap geenszins een verbetering hoeft te betekenen: het volk juichte blijkbaar te vroeg op 11 april 2019.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.