In tegenstelling tot hetgeen soms gedebiteerd wordt door de Argentijnse autoriteiten wonen er wel degelijk mensen van Afrikaanse komaf in Argentinië. Wel is het zo dat er in betreffend land (verhoudingsgewijs) minder Zwarte mensen wonen dan in welk ander Latijns Amerikaans land ook. Momenteel zouden er zo’n 150.000 Afrikaanse Argentijnen zijn, op een totale bevolking van 45,4 miljoen. Dit is opmerkelijk aangezien er in Argentinië eens meer mensen van Afrikaanse origine dan witte mensen woonden: na de afschaffing van de slavernij in 1853 was zoveel als een derde van de bevolking zichtbaar van Afrikaanse afkomst.
Tot eind 19e eeuw bestond de meerderheid van de bevolking van Argentinië uit mensen van kleur, dat wil zeggen mensen met een inheemse en Afrikaanse achtergrond. Want eveneens in Argentinië zijn er slaafgemaakten uit Afrika geïmporteerd om geëxploiteerd te worden en zijn zodoende een substantieel onderdeel van de bevolking gaan vormen. Tot groot chagrijn van de plaatselijke elites. Zeker na de afschaffing van de slavernij schaamden de Europese elites van alle Latijns-Amerikaanse landen zich voor hun Afrikaanse en inheemse bevolking en hebben getracht van hen af te komen. Vooral in het zuidelijke deel van Zuid-Amerika is men er goed in geslaagd om met name de mensen met Afrikaanse wortels te decimeren. Want ook in Chili en Paraguay was eens een behoorlijk deel van de bevolking Zwart.
Speciale vermelding behoeft Domingo Faustino Sarmiento, Argentijns president van 1868-1874. Hij wilde van Argentinië een vooraanstaand land maken. Wel waren hij en zijn volgelingen van mening dat die ambitie niet te verwezenlijken was zolang er Zwarte mensen in Argentinië woonachtig waren. Wilde Argentinië een wereldspeler worden, dan moest zijns inziens de plaatselijke Zwarte bevolking geëlimineerd worden. Aldus werden de Afrikaanse Argentijnen gedurende de heerschappij van president Samiento geteisterd door segregatie (in sloppenwijken gestopt zonder sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg), klassenjustitie en massale rekrutering in het leger.
De Oorlog van de Drievoudige Alliantie (1864-1870) had gigantische gevolgen voor de demografie van Zuid-Amerika. Het was een proxy-oorlog tegen het zichzelf in rap tempo ontwikkelende Paraguay (dat in de ware zin des woords onafhankelijk trachtte te worden van het Britse imperium). Brazilië, Argentinië en Uruguay dienden als proxies. Officieel onafhankelijk geworden van respectievelijk Portugal en Spanje, maar daarna economisch in de houdgreep genomen door Londen (net zoals Afrikaanse landen na hun officiële onafhankelijkheid het slachtoffer werden van VOC-kolonialisme). Paraguay leed op een verschrikkelijke manier het onderspit en verloor zo’n 70% van de totale bevolking en 90% van de mannelijke bevolking.
Brazilië vocht de oorlog met zgn. voluntários da Pátria, dit waren niet noodzakelijkerwijs waarachtige vrijwilligers, maar ze waren grotendeels gerelateerd aan slavenmeesters die vergoed werden door de staat voor slaafgemaakten die onder de wapenen gingen. Gedurende de oorlog verloren vele duizenden Zwarte Brazilianen het leven.
Doch eveneens Argentinië zond voornamelijk Zwarte soldaten het slagveld op om als kanonnenvoer te dienen. Hierdoor ontstond er onder de Afrikaanse Argentijnen een vrouwenoverschot, waardoor het aantal gemengde relaties en tevens het aantal lichtgekleurde Afrikaanse Argentijnen toenam. Deze nieuwe generatie werd door de autoriteiten gecategoriseerd als niet-wit, waarmee werd aangegeven dat ze beter werden bevonden dan Zwarte mensen. Aangezien een donkere huidkleur niet op prijs werd gesteld in de Argentijnse samenleving verkozen velen onder de nieuwe generaties ervoor om door het leven te gaan als wit.
Ook was er de gele koorts epidemie van 1871 die talloze Zwarte Argentijnen het leven zou hebben doen laten. Eveneens zouden vele Afrikaanse Argentijnen naar landen als Uruguay en Brazilië zijn geëmigreerd omdat het racistische klimaat in Argentinië hen simpelweg te gortig werd.
Om aan te sluiten bij het hierboven genoemde vrouwenoverschot dat ontstond na de bloedige Oorlog van de Drievoudige Alliantie, evenzo moet meegenomen worden de massale immigratie van Europeanen vanaf de tweede helft van 19e eeuw: er zouden zo’n zes miljoen mensen vanuit Europa (voornamelijk Italië en Spanje) zijn geïmmigreerd, en deze Europeanen zouden de Afrikaanse Argentijnen hebben geabsorbeerd. Onderzoek heeft in ieder geval uitgewezen dat 10% van de witte Argentijnen Afrikaanse voorouders heeft. Dit wordt door mainstream historici gezien als de enige reden waarom Afrikaanse Argentijnen momenteel zo’n marginale groep zijn, anderen zien dit echter weer als een poging om de geschiedenis wit te wassen, aangezien voorbij wordt gegaan aan de talloze Zwarte Argentijnen die gesneuveld zijn in oorlogen, in het bijzonder de Oorlog van de Drievoudige Alliantie.
Tot op de dag van vandaag zal menig Argentijn met droge ogen beweren dat Zwarte Argentijnen niet bestaan. Desalniettemin is zelfs in Argentinië de Afrikaanse cultuur niet geheel vernietigd. De Afrikaans Argentijnse gemeenschap strijdt voor zichtbaarheid en erkenning van hun culturele bijdrage aan het land. Zo is de wereldberoemde Argentijnse dans de tango door Zwarte Argentijnen gecreëerd. De tango sloeg eerst aan in de achterbuurten van Buenos Aires, maar werd vervolgens opgeëist door de hogere sociale klassen toen het de wereld begon te veroveren. Daarnaast was volgens J.A. Rogers Bernardino Rivadavia (de eerste president van Argentinië) een man van kleur. Een wereldberoemd persoon van Afrikaans Argentijnse afkomst, die gezien kan worden als een voorloper van Pelé, was natuurlijk José Andrade. De man speelde voor Uruguay maar zijn moeder was geboren in Argentinië. José Andrade maakte honderd jaar geleden dusdanig veel furore op de grasmat dat hij door sporthistorici wordt gezien als de eerste wereldster in het voetbal. Hij heeft onnoemelijk veel bijgedragen aan de popularisering van de wereldsport, ook al lijkt hij momenteel compleet vergeten.
DJEHUTI-ANKH-KHERU