Er kan veel gezegd worden van het kabinet van de kersverse premier van Groot-Brittannië, maar niet dat het kleurloos is. De conservatieve premier Truss heeft liefst twee Zwarte mannen een plaatsje onder de zon gegund. Kwasi Kwarteng mag zich tegenwoordig minister van Financiën noemen en James Cleverley minister van Buitenlandse Zaken. Dat zijn zware, prestigieuze posten. Sterker nog, minister van Financiën wordt wel gezien als het op één na belangrijkste ambt in de Britse politiek.
De toekenning van een dergelijke functie aan een Zwart persoon was eens ondenkbaar in de Conservatieve Partij. Ter illustratie, tijdens een verkiezing in 1964 had de partij de volgende slogan: “Als je een ^%@?* als buurman wil, stem dan Labour!” In 1968 gaf het Conservatieve parlementslid Enoch Powell een historisch racistische toespraak genaamd “the Rivers of Blood”. In 1992 keerde de lokale afdeling zich tegen haar eigen Zwarte kandidaat voor de bijzondere verkiezingen in Cheltenham, waardoor het zo maar een zekere zetel te grabbel gooide.
De benoeming van Kwarteng en Cleverley doet denken aan de regering van George Bush junior, waarin Colin Powell benoemd werd tot minister van Buitenlandse Zaken en Condoleezza Rice tot Nationaal Veiligheidsadviseur. Doch van Bush 43 hebben we eveneens geleerd dat een ‘progressief’ rekruteringsbeleid van een regeringsleider niet noodzakelijkerwijs garant staat voor een progressief regeringsbeleid…
Kwasi Kwarteng werd geboren in de Londense wijk Waltham Forest als kind van Ghanese ouders die naar Groot-Brittannië waren gekomen om te studeren. Zijn vader werd econoom en zijn moeder een topadvocate. Zijn middelbare school volbracht hij op de zeer elitaire kostschool Eton College, daarna ging hij klassieke studies en geschiedenis studeren aan de universiteiten van Cambridge en Harvard. Tevens is hij op Cambridge gepromoveerd in de economische geschiedenis. Na zijn studie heeft hij gewerkt als financieel analist in the City of London en columnist bij The Daily Telegraph. In 2010 mocht hij als lid van de Conservatieve Partij lid worden van het Lagerhuis. Vanaf 2017 bekleedde hij hoge functies op ministeries en begin 2021 werd hij minister van het Bedrijfsleven, Energie en Industriële Strategie. Met die benoeming schreef hij geschiedenis omdat hij daarmee de eerste persoon van Afrikaanse komaf was die een ministerie in Groot-Brittannië mocht leiden. In 2022 schopte hij het dus zelfs tot Minister van Financiën. Dus ondanks zijn Afrikaanse achtergrond kan Kwarteng haast wel een Britse aristocraat genoemd worden. Zijn naam valt wellicht uit de toon, maar kwa opvoeding en opleiding doet hij niet onder voor Boris Johnson.
Als historicus heeft Kwarteng ook boeken geschreven, zoals The Ghost of Empire (2010), dat handelt over de geschiedenis van het Britse imperium. Volgens Kwarteng is de geschiedenis van het imperium ‘complex’ (lees: het zou naast fouts ook wel goeds gebracht hebben). Kwarteng wil de geschiedenis in ieder geval beslist niet dekoloniseren, maar vooral begrijpen (alsof het ene het andere uitsluit). Het ironische is dat hij als nakomeling van de slachtoffers van het Britse kolonialisme dezelfde elitaire opleiding heeft genoten als de koloniale functionarissen wiens handel en wandel hij uit de doeken tracht te doen. Een ander boek waaraan Kwarteng verbonden is, is Britannia Unchained (2012), welke hij samen met collega-parlementariërs van de Conservatieve Partij schreef. In betreffend boek wordt het neoliberalisme bewierookt en de Britse beroepsbevolking ervan beschuldigd lui te zijn.
Verder is het niet ondenkbaar dat Kwarteng één van de grondleggers wordt van een Brits toeslagenschandaal (tot zover dat schandaal niet reeds is aangevangen). De conservatieve regering waar Kwarteng onderdeel van was in 2017 als staatssecretaris wilde het vermeende misbruik van toeslagen aanpakken. Maar juist door het verlies van hun toeslagen werden steeds meer mensen dakloos. Dat vond Kwarteng geen onoverkomelijk probleem. Op tv verdedigde hij die sancties door te verkondigen dat het helaas wel moest omdat misbruik van toeslagen oneerlijk was richting de belastingbetaler en de welvaartstaat zoals die na de Tweede Wereldoorlog was ontstaan onbetaalbaar was geworden. Bovendien, één van de eerste maatregelen die Kwarteng heeft genomen als minister van Financiën is strengere regels invoeren voor parttime werknemers die toeslagen ontvangen. In Nederland is echter reeds geopenbaard tot wat voor soort racisme de obsessie tot het aanpakken van vermeende fraude met toeslagen kan leiden.
Kwarteng heeft dus evident weinig met mensen die een financieel steuntje in de rug goed kunnen gebruiken. Omgekeerd steekt Kwarteng als voormalig employé van the City weer wel zijn nek uit voor bemiddelde bankiers. Zo neemt hij momenteel serieus in overweging om de limiet die indertijd door de EU gesteld is op het verschaffen van bonussen weer af te schaffen. De banken in the City klagen namelijk steen en been over die limiet op bonussen. Niettegenstaande dat ongelimiteerde bonussen mede tot de kredietcrisis van 2008 hebben geleid. Hiermee profileert Kwarteng zich als de spreekwoordelijke omgekeerde Robin Hood: stelen van de armen en de buit schenken aan de rijken. Tot overmaat in een tijd dat talloze Britten de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen door het ricochet-effect van de sancties tegen Rusland.
Hoe dan ook, de verwachting is dat eveneens Liz Truss hopeloos gaat falen als premier. Mocht de Conservatie Partij bij het afscheid van Truss nog steeds de lakens uitdelen, dan lijkt het niet onmogelijk dat ze opgevolgd gaat worden door een vertegenwoordiger van brown Britain, aangezien de partij tegenwoordig veel prominenten van kleur rijk is. Denk bijvoorbeeld aan Rishi Sunak, maar vlak ook Kwarteng of Cleverley niet uit bij voorbaat uit.
DJEHUTI-ANKH-KHERU