Ongekend onrecht (2)

Mark Rutte is een racist. Dat zeggen wij niet, maar dat zegt de Nederlandse rechter. Het wordt soms wel eens vergeten, maar ʽde torenwachterʼ is door de edelachtbare met de hamer veroordeeld voor het voeren van racistisch beleid. Het dateert uit de tijd dat de kopman van de VVD-staatssecretaris was van Sociale Zaken in 2003. Op zich opmerkelijk dat iemand uit een partij die niet bekend staat om haar sociale betrokkenheid een topfunctie bekleedde op het Ministerie van Sociale Zaken. Of wellicht juist niet, want dan krijg je de kans om zand in de machine te gooien. Dan kan je de mensen die toch niet op je stemmen en je veracht omdat ze een duwtje in de rug nodig hebben van de staat, hard aanpakken. Dat deed Rutte dan ook. Zijn doelwit waren met name de Zwarte mensen uit Somalië. De staatssecretaris had de Nederlandse gemeenten geadviseerd om mensen van Somalische afkomst extra te controleren op bijstandsfraude. Toen Somaliërs op basis van uiterlijke kenmerken zo maar op straat door ambtenaren werden gecontroleerd en hun uitkering verloren begon het balletje te rollen. De Nederlandse magistraat oordeelde het volgende: “…discriminatie naar ras, omdat het hier een groep mensen van Somalische afkomst betreft, ongeacht de nationaliteit van de betrokkenen.” Deze veroordeling leidde helaas niet tot enige zelfreflectie bij Rutte. In de geest van het liedje “al lig ik een meter in de grond, ik heb de smaak nog in mijn mond, Heineken bier, Heineken bier!” zei Rutte na zijn veroordeling: ” Blijkbaar is dat nu wettelijk gezien niet mogelijk. Het is hoog tijd om de wet te veranderen.”

In de jaren die volgende zou de racistische staatssecretaris promoveren tot premier. Waardoor hij nog veel meer mogelijkheden kreeg om kwetsbaren aan te pakken. Dat gingen zijn kabinetten ook doen. Zo trad in 2004 de Wet Kinderopvang in werking, een wet die kinderopvangtoeslag regelt. Deze bleek dus een gouden gelegenheid om hetgeen Rutte in 2003 was aangevangen voort te zetten.

Jarenlang gedoogde, faciliteerde en stimuleerde de politiek, de rechterlijke macht en de pers, onder auspiciën van Rutte, dat de belangdienst de toeslagen van duizenden ouders terugvorderde waarvan de meesten een migrantenachtergrond hadden. Totdat de Raad van State in april 2019 180° draaide, in belangrijke mate dankzij de volharding van advocaat Eva González Pérez en de politici Omtzicht en Leijten.
Er kwam een Commissie Donner en daarna een Parlementaire Commissie (om de suggestie te wekken dat het schandaal zou worden opgelost) en publieke mea culpa van verantwoordelijke instituties en politici. Het eindrapport van de Parlementaire Commissie kreeg als titel Ongekend Onrecht. Maar wie was er nu schuldig? In zijn boek Zo Hadden We Het Niet Bedoeld, schetst Jesse Frederik een beeld dat eigenlijk niemand het ongekende onrecht zo bedoeld had, doch dat op basis van de beeldvorming het ontstond. Na het exposé van de Bulgarenfraude in 2013 zag de politiek zich genoodzaakt om strengere wetgeving aan te nemen waaraan de belastingdienst en de rechter zouden zijn gehouden.

Volgens advocaat Ellen Pasman is het echter grote onzin dat de belastingdienst en de rechter door de strengere wetgeving door de politiek gedwongen waren om harder in te grijpen. Zij betoogt in haar boek Kafka In De Rechtsstaat dat er altijd ruimte was om de wet naar redelijkheid en billijkheid te interpreteren. Waardoor het maar de vraag is of het zo niet was bedoeld. In de wet staat dan bijvoorbeeld “de toeslagen kunnen worden teruggevorderd”, maar de rechter interpreteerde het dan doelbewust als “de toeslagen moeten compleet worden teruggevorderd.” De rechter nam dan niet mee in zijn besluit dat het om kwetsbare mensen ging die bij complete terugvordering letterlijk huis en haard zouden verliezen.

Let wel, voor de algemene welvaart van de Nederlandse staat is het natuurlijk goed dat fraude wordt aangepakt. De vraag is alleen, waarom zijn Rutte en co zo geobsedeerd om de fraude onder kwetsbare groepen aan te pakken? Hij kan bijvoorbeeld ook een tandje bijzetten om de fraude en corruptie in de top van de samenleving te bestrijden, zoals bankenfraude of subsidies die grote bedrijven aanvragen op oneigenlijke gronden.

Punt is dat de partij van Mark Rutte in principe een neoliberaal beleid wenst te voeren, met een zogenaamde kleine overheid. Een beleid dat in de eerste plaats ten goede komt aan de mensen met een bovengemiddelde draagkracht. Rechtvaardiging van zulk beleid is dat als de rijken rijker worden meer geld in de economie vloeit en uiteindelijk iedereen rijker wordt (one rising tide lifts all boats). Los daarvan, de mensen die minderdraagkrachtig zijn zouden dat aan zichzelf te wijten hebben (armoede is een keuze!). Daarbij helpt het om een beeld te creëren dat de minder draagkrachtigen en verachte bevolkingsgroepen de overheid massaal oplichten, waardoor er draagvlak ontstaat voor het afbreken van het sociale stelsel.

In ieder geval, alle excessieve excuses ten spijt van de verantwoordelijke autoriteiten is de toeslagenaffaire nog steeds niet opgelost en zit de man onder wiens verantwoordelijkheid het is geschied nog immer in het zadel. Terwijl partijen als de PvdA en CDA inmiddels vergane glorie zijn, heeft Rutte blijkbaar een hondstrouwe aanhang die hem onvoorwaardelijk steunt. Schandaal na schandaal komt naar buiten, desalniettemin blijft zijn VVD de dominante partij in het gave land Nederland. De VVD is wellicht neoliberaal, maar Rutte zelf is een politieke opportunist. Is het politieke succes van Rutte geen ongekend onrecht aan de democratie? Men zegt wel eens dat democratie twee wolven en een schaap is die stemmen wat ze gaan eten vanavond: Rutte is een echte wolf.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.