De erfenis van Bill Russell

Wie is de G.O.A.T.? Met name in de VS lust men wel pap van betreffende nooit eindigende discussie. Een favoriet onderwerp in kapperszaken. Moet men kiezen voor de persoonlijke merites van een individuele speler, of voor de waardevolste teamspeler? Hoe dan ook, wat basketbal betreft geven velen de voorkeur aan de sprongkracht en scoringsdrift van Michael Jordan, maar er zijn meer kandidaten. De jongere generatie zal een actievere herinnering hebben aan Kobe Bryant en Lebron James. Mensen met meer historisch besef zullen verwijzen naar de ongelooflijke persoonlijke statistieken van Wilt Chamberlain, die in de jaren ’60 eens het huzarenstukje flikte door maar liefst 100 punten in een wedstrijd te scoren en in 1962 gemiddeld 50.4 punten aftikte.

De onvoorstelbare persoonlijke statistieken van Chamberlain ten spijt, als succes de bepalende factor is, dan steekt de op 31 juli jongstleden overleden William Felton Russell met kop en schouders boven alle concurrentie uit. Russel werd als aanvoerder Olympisch kampioen, won een recordaantal van elf (!) NBA-titels en werd vijfmaal MVP (tevens was hij de eerste Zwarte coach in de NBA en won in de hoedanigheid van speler-coach twee titels). Daarbij verbleken zelfs de persoonlijke statistieken van zijn grote rivaal Wilt Chamberlain. Basketbalexperts hebben wel betoogd dat basketbal een teamsport is. Dus zou het in de eerste plaats de vraag zijn of een speler een team beter maakt en levert als het er echt toe doet. Dat was met Russell het geval. Chamberlain was individueel extreem goed, maar als het er echt toe deed verloor hij doorgaans: Chamberlain speelde achtmaal tegen Russell in een NBA-finale, maar trok zevenmaal aan het kortste eind.

Bill Russell heeft de manier hoe basketbal wordt gespeeld compleet veranderd. Er is een tijdperk voor en een tijdperk na Russell. De man maakte van blocks en rebounds zijn handelsmerk. Voor Russell zag men nauwelijks blocks en rebounds. Dankzij de ongekende verdedigende kwaliteiten van Russell kon de fastbreak uitgevonden worden door de Boston Celtics: na een aanval afgeslagen te hebben wist Russell razendsnel uitgekiende passen te geven aan zijn medespelers die gebruikmakend van de ruimte naar hartenlust konden scoren. Zodoende liet hij zijn medespelers beter uit de verf komen. Met zijn blocks, rebounds en uitgekiende passen was hij dus zowel de spierbundel als het brein van zijn ploeg. Om deze redenen sloegen veel expert Bill Russell hoger aan dan Wilt Chamberlain, ondanks dat laatstgenoemde in zijn eentje 100 punten in een wedstrijd kon scoren. Vanwege zijn ongeëvenaarde kwaliteiten als teamspeler verkozen vooraanstaande basketbaljournalisten Bill Russell tot beste basketballer ooit in 1980. Als eerbetoon is de trofee voor de MVP van de NBA-finales zelfs vernoemd naar Bill Russell.

Echter, zijn naam en faam als basketballer verschoonden Russel niet van racisme. In 1987 schreef zijn dochter Karen Russell een brief naar The New York Times waarin ze het één en ander uit de doeken deed. Zoals die keer dat het gezin terugkwam van een weekendje weg en bemerkten dat hun huis kort en klein geslagen was, op bedden was gedefeceerd, het n-woord op de muur was gekalkt en vrijwel alle trofeeën van haar vader kapot waren geslagen. Ook gooiden vandalisten iedere keer als haar vader niet thuis was omdat de Celtics een uitwedstrijd speelden hun vuilnisbak omver. Totdat de heer des huizes bij het politiebureau ging klagen en toen hij niet serieus werd genomen vroeg waar hij een vuurwapenvergunning aan kon vragen. Verder kreeg Bill Russell continu dreigbrieven van ‘fans’. Toen Russell jaren later op basis van de Freedom of Information Act zijn FBI-dossier opvroeg, bleek daar herhaaldelijk in te staan dat hij een arrogante $°@*% is die geen handtekeningen verschaft aan witte kinderen.

Russell was overigens ook actief in de burgerrechtenbeweging. In sommige kringen werd hij zelfs met dedain Felton X genoemd (suggererend dat hij eensgelijk Malcolm X een oproeikraaier was). Zo was Bill Russell erbij op 28 augustus 1963, toen dr. Martin Luther King tijdens the march on Washington zijn beroemde “I have a dream” toespraak hield. Hetzelfde jaar ondersteunde hij demonstraties tegen gesegregeerd onderwijs in Boston en sprak Zwarte studenten toe die deelnamen aan een sit-in. Eveneens dat jaar werd burgerrechtenleider Medgar Evans vermoord. Russell nam nadien contact op met de broer van Evans om te vragen hoe hij kon helpen. Charles Evans stelde voor om een geïntegreerd basketbalkamp op te zetten voor de jeugd in het diepe zuiden. Ondanks doodsbedreigingen verwezenlijkte Russell dit plan. Toen vier jaar later Muhammad Ali heel Amerika over zich heen kreeg omdat hij militaire dienstplicht weigerde, uitte hij samen met NFL-ster Jim Brown en aankomend basketbalster Kareem Abdul Jamar publiekelijk zijn steun uit aan de wereldkampioen boksen in het zwaargewicht. Toen de Zwarte spelers van de Celtics geweigerd werden in een hotel weigerde Russell op zijn beurt om te spelen.

Het was in de jaren ’60 aanvankelijk niet vanzelfsprekend dat Zwarte sportsterren zich uitspraken tegen racisme. De meesten hielden hun mond stijf dicht uit angst hun carrière te beschadigen. Maar geïnspireerd door moedige voortrekkers als Bill Russell begonnen meer Zwarte sporters meer te durven. Zodoende opende Russell zowel op het sportveld als in de maatschappij deuren. Toen hij in zijn rookie-jaar de NBA-finale speelde was hij de enige Zwarte speler op het veld. Dat is in de huidige NBA ondenkbaar. Om maar aan te geven, Bill Russell was zowel op het sportveld als in de maatschappij een echte teamspeler.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.