Vredesakkoord in da hood

Op 29 april 1992 brak de pleuris uit in Los Angeles. De casus belli was de vrijspraak van vier witte politieagenten door een witte jury die de Zwarte automobilist Rodney King zwaar handen mishandeld. Ondanks dat er videobeelden beschikbaar waren waarop te zien was dat King tientallen malen werd geslagen met wapenstokken. De Zwarte en Latino bevolking van LA klaagde reeds jaren steen en been over excessief politiegeweld, maar die klachten werden door de grotere samenleving niet serieus genomen. Doch na de vrijspraak van de vier agenten werden de grieven van de Zwarte en Latino gemeenschap beter begrepen.

Eigenlijk brak de pleuris niet specifiek uit op 29 april 1992. In werkelijkheid werd LA reeds jaren geteisterd door geweld. Dat werd echter in mindere mate als een probleem beschouwd omdat Zwarte en Latino straatbendes vooral elkaar afmaakten. Toen vanaf eind april 1992 voor de verandering de grotere samenleving een aantal dagen de pineut was, was het ineens een probleem.

In zekere zin werd die straatbendecultuur van LA omarmd en geromantiseerd door de muziekindustrie. De eerste die dat deed was Michael Jackson in de videoclips van zijn nummers Beat it en Thriller. Om betreffende clips een realistische uitstraling te verschaffen waren er echte Bloods en Crips uitgenodigd om acte de presence te geven. Met het gewenste effect, want dankzij deze tracks vestigde Michael Jackson zijn naam als the king of pop. Los van Michael Jackson zouden later met name vele rappers naam, faam en blaam verwerven door te pas en te onpas te refereren aan de duivelse straatbendecultuur van de stad der engelen.

Of die straatbendecultuur daadwerkelijk zo gezellig was als uitgebeeld door sommige artiesten is weer een andere discussie. Alle getoonde blingbling ten spijt was er immers een permanente bendeoorlog gaande waarbij er honderden doden per jaar te betreuren vielen. Voedingsbodem voor de bloeiende bendecultuur was de uitzichtloosheid op de arbeidsmarkt. Werk dat een generatie eerder grotendeels door Zwarte en Latino mensen werd verricht was inmiddels geoutsourcet naar landen als China. Met als gevolg grote werkloosheid in da hood. De crack game bracht echter voor menigeen uitkomst. Beter gezegd, het begon compleet uit de hand te lopen toen gangbanging een lucratief verdienmodel werd, omdat de CIA (!) begin jaren ’80 crack begon te verspreiden in South Central Los Angeles. Dit om wapens voor de Contra’s in Nicaragua te kunnen kopen. Vanuit South Central werd crack weer over gans (Zwart) Amerika verspreid. De analfabete drugdealer Rick Ross ontpopte zich tot de grote spin in het web en werd schatrijk. Journalist Gary Webb heeft dit bizarre verhaal naar buiten gebracht en kwam daarna onder mysterieuze omstandigheden om het leven.

Hoe dan ook, de rode Bloods en de blauwe Crips groeiden uit tot de machtigste allianties van straatbendes in de VS. Niettegenstaande dat ze doorgaans vooral elkaar afmaakten. Maar als ze een enkele keer wel de hun handen ineensloegen, zoals bijvoorbeeld tijdens het beruchte concert van Run DMC in 1986, dan waren de gevolgen niet te overzien.

Menigeen doorzag dat de oorlog tussen de Bloods en Crips om verschillende redenen doelbewust in stand gehouden werd door de autoriteiten. Al was het maar om de aandacht af te leiden van het feit dat in werkelijkheid de CIA de drugs in da hood dropte. Wat de politie bijvoorbeeld deed om het vuurtje op te stoken is gangbangers zo maar oppakken om ze vervolgens midden op het terrein van een vijandelijke bende los te laten. Klinkt wellicht bizar, maar uit het Rampart schandaal zou later blijken dat alles waar rappers de LAPD van beschuldigden waar was. Zwarte agenten waren vanwege hun minderwaardigheidscomplex en de daaruit voortkomende drang om te overcompenseren vaak nog gewelddadiger dan hun witte collega’s. Of zoals Ice Cube het verwoordde: “Don’t let it be a black and white one, ’cause they’ll slam ya down tot he street tops/ black police showing out fort he white cop”. Op de posse cut We are all in the same gang van de West Coast Rap All Stars, welke gericht was tegen bendegeweld en waarop praktisch alle toenmalige rapsterren van de westkust te horen zijn, verwoordde Ice T het sentiment dat onder the powers that be zou leven als volgt: “What if we can take our enemies, feed ’m poison/undereducate the girls and boys and/ split ‘m up, make ’m up make ’m fight one another/better yet, make ’m fight for a color!”

De haat tussen de Bloods en Crips was zo diep dat vrede onmogelijk leek, mar het gebeurde toch. Op 28 april 1992 sloten vier rivaliserende sets uit de wijk Watts vrede. Mede op initiatief van de Amer-I-Can Foundation van football-legende Jim Brown, doch eveneens hadden de West Coast Rap All Stars een rol gespeeld in het creëren van een atmosfeer die vrede mogelijk maakte. De daaropvolgende dagen zouden de meeste Zwarte gangs van beide allianties zich bij de vrede aansluiten. Zelfs rivaliserende Mexicaanse bendes namen het goede voorbeeld over en sloten vrede. Al waren er ook een paar sets bij die niet te vermurwen bleken te zijn.

Het vredesakkoord zou in de loop der jaren om verschillende redenen verwateren, zoals vooraanstaande betrokken gangbangers die naar elders verhuisden. Desalniettemin wordt het akkoord door ingewijden gezien als een historische gebeurtenis. Het vredesakkoord was namelijk het templaat die ervoor zorgde dat in de loop der jaren het straatgeweld in LA drastisch afnam.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.