Colin Powell

Op 18 oktober jongstleden heeft Colin Luther Powell het tijdige voor het eeuwige ingeruild. De wereld zal Powell gaan herinneren als de man die onwaarheden verspreidde in de VN om de oorlog die Irak zou vernietigen te legitimeren. Daarom is het verklaarbaar dat vanuit het tweestromenland geuit is dat men geen traan laat om diens heengaan. Waarmee overschaduwd wordt dat de man eerder geschiedenis had geschreven als de eerste Zwarte nationale veiligheidsadviseur, eerste Zwarte chef van de gezamenlijke chefs van staven van het Amerikaanse leger en de eerste Zwarte minister van Buitenlandse Zaken en daarmee een wegebereider voor Barack Obama. Zeg maar als ʽJohannes de doperʼ die de komst van ʽJezusʼ voorbereidde. Om die redenen was hij voor menig persoon van kleur (aanvankelijk) een held. Een heldenstatus dus die voortkwam uit de blinde hunkering van Zwarte mensen voor erkenning, om Black faces in high places te zien…

Colin Powell werd geboren in Harlem als kind van Jamaicaanse immigranten. In zijn jeugd had hij een bijbaantje in een babymeubelwinkel. Daarnaast diende hij als sjabbat goy, dat houdt in dat hij als niet-jood taken verrichtte voor joden die Joodse families zelf niet mogen verrichten op de sjabbat. Door de joodse winkeleigenaren en klanten waarmee hij in contact kwam dankzij zijn bijbaantje en zijn werkzaamheden als sjabbat goy pikte hij het jiddisch op (hetgeen verklaart hoe hij een journalist eens kon verrassen door jiddisch met hem te spreken). Powell heeft gestudeerd op City College New York, alwaar hij een BA in de geologie behaalde. Naar eigen zeggen was hij een middelmatige student. In 1958, nog gedurende zijn universitaire studie, ving hij tevens een opleiding aan op de Reserve Officers’ Training Corps. Waarmee zijn roemruchte militaire carrière dus startte.

Powell heeft tweemaal dienstgedaan in Vietnam en in zijn autobiografie heeft hij aangegeven ter plaatse oorlogsmisdaden te hebben begaan: hij heeft het o.a. zonder blikken of blozen over het platbranden van rieten hutjes. Het ironische is dat Powell tijdens zijn tweede periode in Vietnam (inmiddels bevorderd tot majoor) de opdracht kreeg om onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden gepleegd door het Amerikaanse leger, naar aanleiding van een klokkenluider die aan de bel had getrokken. Aangezien Powell zelf een oorlogsmisdadiger was, was dit een klassiek geval van een slager die zijn eigen vlees keurde. Het kon dan ook geen verrassing zijn dat Powell in zijn rapport met het vingertje naar de klokkenluider terugwees en de gemelde oorlogsmisdaden met de mantel der liefde bedekte.

Na Vietnam ging Powell wederom studeren. Zo behaalde hij een Master’s in Business Administration en ging hij naar de National War College. In 1979 werd hij gepromoveerd tot brigadier generaal en benoemd tot nationaal veiligheidsadviseur van president Reagan. In 1983 zou Powell betrokken zijn bij de Amerikaanse invasie van het Caribische eiland Grenada en in 1986 bij Amerikaanse bombardementen op Libië. In 1987 bevorderde Bush senior hem zelfs tot chef van de gezamenlijke chefs van staven (opperbevelhebber) van het Amerikaanse leger. Waarbij Powell dus de illegale invasie van Panama in 1989 overzag en de Golfoorlog van 1991. Op 30 september 1993, dagen voor de voor de Amerikanen dramatisch verlopen slag bij Mogadishu in Somalië nam hij afscheid.

Powell was na zijn succesvolle militaire carrière ongekend populair. Volgens sommige pundits zou hij zelfs serieus kans maken om de eerste Zwarte president te worden. Powell zou zichzelf toch niet kandidaat stellen. Maar toen Bush junior de verkiezingen won in 2000 werd Powell door laatstgenoemde tot minister van Buitenlandse Zaken benoemd. Wat ook werd gezien als een nieuwe mijlpijl in de emancipatie van Zwart Amerika. Maar op 5 februari 2003 maakte Powell zichzelf dus onsterfelijk (belachelijk) door bewijs te leveren in de VN dat de Iraakse president Saddam Hoessein over massavernietigingswapens beschikte. Waarmee hij de aankomende invasie van Irak legitimeerde. Later bleek het door Powell geleverde bewijs vals te zijn. Het merkwaardige is dat diezelfde Powell in 2001 nog had beweerd dat Saddam nauwelijks massavernietigingswapens had geproduceerd en zijn militaire slagkracht te gering was om een dreiging voor zijn buurlanden te zijn. Bovendien, in maart 2004 was Powell onderdeel van de Amerikaanse regering die de gekozen president van Haïti kidnapte en deporteerde naar de Centraal Afrikaanse Republiek.

Historisch gezien sympathiseerde de wereld altijd met de onderdrukte Zwarte Amerikanen. Het staat niet in mainstream geschiedenisboekjes, doch de belangrijkste reden dat Afrikaanse Amerikanen burgerrechten verkregen in de jaren ´60 is de niet aflatende buitenlandse druk, want Amerikaanse diplomaten werden nergens meer serieus genomen (wat? Jullie willen ons aanspreken op democratie en mensenrechten? Kijk eerst wat jullie in je eigen land doen met Zwarte Amerikanen!). Maar het Anglo-Amerikaanse imperium heeft dat probleem dus opgelost door zich in blackface te hullen. Dezelfde functie die Clarence Thomas in de binnenlandse politiek van de VS speelt, speelde Colin Powell in de buitenlandse politiek. Enerzijds heeft Powell de mensen voor wie het zien van Black faces in high places het allerhoogste goed is apetrots gemaakt. Hij heeft menig Zwarte Amerikaan het gevoel gegeven een gerespecteerd onderdeel van de Amerikaanse maatschappij te zijn. Maar dat neemt niet weg dat Colin Powell gewoon Anglo-Amerikaans imperialisme in blackface is. Colin Powell vocht in de regel als militair en diplomaat tegen mensen van kleur om de belangen van het imperium veilig te stellen. Gewenst resultaat van dit imperialisme in blackface is dat Zwart Amerika de laatste decennia veel sympathie heeft verloren in de wereld.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.