De Zwarte opstand van 1981 (2)

De opstand te Brixton van april 1981 bleek niet op zichzelf te staan maar de voorbode te zijn van een landelijke opstand van gemarginaliseerde (Zwarte) jongeren. Over het hele koninkrijk verspreid hadden Zwarte jongeren te maken met zaken als werkloosheid, etnisch profileren, oneigenlijk politiegeweld, terroristische aanvallen van racisten, etc. De vraag was, wie waren erger, de fascisten op straat of de politie. Want let wel, de politie sympathiseerde met de skinheads en liet hen zodoende oogluikend hun gang gaan (wat o.a. bleek in de nasleep van het tragische incident te 439 New Cross Road). Tussen 1976 en 1981 hadden racisten 31 Zwarte mensen vermoord, maar merkwaardig genoeg arresteerde de politie in de nasleep in de regel niet de daders maar de slachtoffers. Zelfs als er overweldigend bewijs was van racistische motieven bleef de politie keihard ontkennen dat betreffende moordpartijen een racistisch karakter hadden. Oftewel, zoals Linton Kwesi Jones zei, Inglan is a bitch. Niet slechts voor de eerste generatie Caribische immigranten maar net zo goed voor Caribische jongeren die in Groot-Brittannië waren opgegroeid. Dat sentiment werd nog eens bevestigd toen Margaret Thatcher in verkiezingstijd de fascistische partij National Front de wind uit de zeilen nam door te verkondigen dat Groot-Brittannië overspoeld werd door een vreemde cultuur, waarna ze premier werd…

Op vrijdag 3 juli 1981 werd in de Liverpoolse achterstandswijk Toxteth weer eens een Zwarte man hardhandig gearresteerd door de politie. Dit gebeurde voor de ogen van een menigte. De menigte reageerde woedend en in de confrontatie die volgde raakten drie politieagenten gewond. Het werd eventjes kalm, maar die kalmte bleek de kalmte voor de storm te zijn. Later in het weekend escaleerde het volledig. Toxteth veranderde in een waar oorlogsgebied. Jongeren gooiden naar hartenlust petroleumbommen en straattegels naar de politie. Daarnaast werd de in slagorde staande hermandad aangevallen met steigerpijpen om hun linies te doorbreken. De politie was uitgerust met lange schilden, maar die bleken beslist niet afdoende bescherming te bieden tegen de projectielen waarmee ze bekogeld werden, zeker niet de petroleumbommen. Deze opstand duurde negen dagen.

Gedurende die tijd zouden 468 agenten gewond zijn geraakt, zeventig gebouwen vernietigd en honderd auto´s uitgebrand. Naast dat er uitgebreid winkels werden geplunderd. Eveneens werden er 500 mensen gearresteerd (echter, latere schattingen hebben het over het dubbele aantal van gewonde agenten en het dubbele aantal vernietigde gebouwen). De politie te Liverpool was radeloos. Uit heel Engeland moesten er agenten opgetrommeld worden om de orde te herstellen. Toch lukte het niet. Waarna de Britse autoriteiten uiteindelijk wapens gingen inzetten die ze buiten Noord-Ierland nooit eerder hadden ingezet zoals waterkanonnen, gasgranaten en auto´s die met hoge snelheid menigtes inreden om die te verspreiden.

Een andere plaats waar de pleuris uitbrak was de wijk Handsworth in Birmingham en de Moss Side te Manchester, alwaar een menigte van duizend man een politiebureau omsingelde, alle ramen insloeg en twaalf voertuigen in de hens stak. Of Wolverhampton waar gevangenissen werden bestormd om gearresteerde kameraden te bevrijden. In totaal braken er in de hete zomer van 1981 opstanden uit in 35 plaatsen. Hoe dan ook, de gemarginaliseerde Caribische jongeren hebben de Britse autoriteiten verbaasd met hun inventiviteit en moed in juli 1981. Ze hadden Babylon op haar grondvesten doen schudden. Een hoge politiefunctionaris typeerde het als stedelijke guerillaoorlogsvoering. Het was de grootste uitbarsting van geweld in Groot-Brittannië sinds de 17e eeuwse revolutie. Cynisch gezegd had de Caribische jeugd geschiedenis geschreven.

Zorgde de opstand ervoor dat het racisme in het VK ten einde kwam? Neen. Zo bleef de media onverminderd Zwarte mensen demoniseren. Eensgelijk de Conservatieve Partij van premier Thatcher antipathiek bleef staan tegenover Zwarte mensen. Wat de Britse politie betreft, die liet zich zowel openlijk als in het geheim bijspijkeren door de Zuid-Afrikaanse politie over hoe men in Soweto opstandige Zwarte jeugd bestreed. Bijeffect van deze informatie was dat het Pan-Afrikaanse bewustzijn van Zwarte mensen in het VK vergrootte (apartheid in Zuid-Afrika is letterlijk ons probleem!).
Wat de opstand wel aanwakkerde is dat er sindsdien zowel buiten als binnen de Zwarte gemeenschap serieuzer nagedacht werd over de maatschappelijk positie van Zwarte mensen in Groot-Brittannië. Bijvoorbeeld door conservatieve politici als Lord Scarman (de man die een rapport schreef n.a.v. de opstand in Brixton), die o.a. pleitte voor het bevorderen van meer gemeenschapszin en het ontwikkelen van een Zwarte middenklasse.

Er kwamen nieuwe opstanden in 1985 en 2011, maar ondertussen ontwikkelden de Zwarte en Aziatische gemeenschappen een geweldloze strategie om middels een gat in het systeem hun positie te verbeteren. Zwarte en Aziatische activisten legden zich in grote mate toe op de lokale politiek en moedigden hun achterban aan om vooral te gaan stemmen. Zodoende kregen ze een vinger in de pap in vele gemeenteraden over het hele land verspreid. Eenmaal aan de macht gaven zij vele Zwarte en Aziatische mensen de kans om hogere functies te vervullen voor de gemeente. Bovendien kregen verschillende maatschappelijke organisaties subsidie toebedeeld.

De progressieve politiek op lokaal niveau viel allesbehalve in goede aarde bij conservatief Engeland en er kwam dan ook een stevig tegengeluid van de rechtse pers die zich afvroegen of die progressieve politici wel goed bij hun hoofd waren. Maar hoe dan ook, door die progressieve politiek op gemeentelijk niveau kregen meer mensen van kleur middenklasse banen toebedeeld dan immer voordien. Desalniettemin is het aantal Zwarte mensen dat maatschappelijk succesvol is nog immer relatief klein.

DJEHUTI-ANKH-KHERU

Share and Enjoy !

Shares
Dit bericht is geplaatst in The Grapevine Publications met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.